Het recenste dagvlindernieuws in het projectgebied Durme- en Schelde
Is this email not displaying correctly?
View it in your browser.

welke Witjes zijn het nu eigenlijk ?

Onze Witjes beginnen nu stilaan te vliegen, maar worden al snel over dezelfde kam geschoren. Tijdens het voorjaar kan dit al snel een andere soort zijn, en meestal gaan we er van uit dat het een Klein koolwitje is. Maar is dat wel zo ? Wel, tijdens de eerste vliegperiode kan een witje eigenlijk 3 soorten zijn. Het kan een Klein koolwitje zijn, maar ook een Klein geaderd witje of zelfs een wijfje van het Oranjetipje. Zien we in de verte een Witje vliegen kan dit dan ook nog een Groot koolwitje of een wijfje van deCitroenvlinder zijn. In de vlucht zijn deze allen moeilijk te onderscheiden. En toch is het heel simpel om voor de zekerheid te kiezen. Een vlindernet ! Hieronder geven we enkele tips die je op weg kunnen helpen om het juist te doen. En dat is wat van we jullie verwachten tijdens dit dagvlinderproject. Ook de Witjes willen we juist in beeld brengen.

Klein koolwitje

bovenzijde:  Het Klein koolwitje heeftzwarte vleugeltippen die uit één geheel bestaan. De zwarte stippen op de bovenkant van beide voorvleugels, staan verder van de voorrand ( rode pijl ) af dan bij het Oranjetipje wijfje. Bij het Oranjetipje staan de 2 zwarte stippen veel dichter bij de voorrand. Een wijfje ( foto ) heeft 4 zwarte stippen op de bovenkant voorvleugels. Mannetjes hebben er 2, maar deze kunnen ook ontbreken.

Klein geaderd witje

bovenzijde: Op het eerste zicht moeilijk, maar als je goed kijkt zie je de zwarte tippen van de voorvleugel in blokjes uiteenvallen ( rode streepjes foto ). Bij het Klein koolwitje is dit niet zo. Dit is een mannetje met 1 vage stip op de bovenkant beide voorvleugels, maar deze kunnen ook ontbreken. Het wijfje heeft 2 zwarte stippen op beide voorvleugels. De stippen staan ook hier verder van de voorrand af. Bij het wijfje Oranjetipje staan de stippen bijna tot aan de voorrand van de voorvleugel.

wijfje Oranjetipje

bovenzijde: In een vorige dagvlinderflash ( 3 ) al ruimschoots aan bod gekomen. Let op de 2 zwarte stippen die bijna tot tegen de voorrand van de voorvleugel staan ( mini rode pijltje ). Bij de andere witjes staan de zwarte stippen op de voorvleugel veel verder achteruit. Ook de tippen van de voorvleugel zijn grijs tov de zwarte tippen van de andere witjes. Maar ook de vorm en grootte van de vleugeltippen ( rode pijl ) is duidelijk anders dan bij de andere Koolwitjes. Goed bekijken dus als het Oranjetipje gaat zitten met de vleugels open.

Groot koolwitje

bovenzijde: Op de foto zie je bovenaan een mannetje ( zonder zwarte stippen ) en onderaan een wijfje ( met stippen ). Het wijfje richt haar lijfje op en dit duidt op afwijzend gedrag. Het doorslaggevende kenmerk om eenGroot koolwitje te onderscheiden van andere witjes, zijn de grote zwarte tippen van de voorvleugel. Deze tippen lopen verder door naar achteren, voorbij de denkbeeldige rode lijn van de zwarte stippen.
Deze Witjes tonen een realistisch beeld van hoe het er kan aan toe gaan. Welke Witjes zijn dit nu ? Op de foto kan je de soorten misschien bepalen, maar wanneer je ze zo ziet vliegen is het praktisch onmogelijk om te zeggen welke soorten dit zijn. Dan is het aangeraden het vlindernet te hanteren. Het gaat hier over één wijfje van de Citroenvlinder die door 3 Witjes wordt achternagezeten, waarvan één wijfje van het Groot koolwitje. Als je goed kijkt, kan de zwarte vleugeltippen onderscheiden op de foto ( Sylvain Cuvelier )

Klein koolwitje

onderzijde:  Zoals je kan zien, heeft het Klein koolwitje op de onderkant geen tekening. Het is in feite een wit geheel, maar soms kan er ook geel/grijs in voorkomen. Op deze foto zou je het Klein koolwitje nog kunnen verwarren met het Groot koolwitje. Een oplossing hier is met een vlindernet de dagvlinder vangen, om op die manier de bovenkant te kunnen bekijken.

Klein geaderd witje

onderzijde: De onderkant van beide vleugels hebben grijze bestuiving rond de aders. Deze zijn zeer duidelijk bij de eerste generatie. Bij de zomergeneratie is deze bestuiving veel minder duidelijk. Toch blijft determinatie gemakkelijk wanneer het Klein geaderd witje met de vleugels toe zit. Op de foto zie je een mannetje en een wijfje die aan het paren zijn. In het vlinderjargon noemt men dit copula..

wijfje Oranjetipje

onderzijde: Het groen/geel gemarmerd patroon is met geen enkele andere dagvlinder in onze streken te vergelijken. Met de vleugels toe zeer duidelijk te herkennen. In de vlucht kan je gebruik maken van het vlindernet. Een mooie dagvlinder die je geregeld in de tuin kan aantreffen op zoek naar waardplanten. Het overwegen waard om deze planten in je tuin in te brengen. Ook in rust tijdens de ochtend of slecht weer is het Oranjetipje gemakkelijk te vinden.

Groot koolwitje

onderzijde: Ook als het Groot koolwitje met de vleugels toe zit, is het meestal nog goed te zien hoe de zwarte tippenvan de voorvleugel, tot voorbij de denkbeeldige rode lijn komt ( zwarte vlekken op voorvleugels ) In principe is het Groot koolwitje groter dan het de andere witjes, maar dat is niet altijd zo. Dit hangt veelal af van de ontwikkelingsfase als rups en pop. Ook een vliegend wijfje van de Citroenvlinder kan in de vlucht verward worden met een Groot koolwitje. Dus dagvlinders in de vlucht op naam brengen is niet de juiste manier. Het vlindernet hanteren wel ! En liefst nog met foto's ook.

Citroenvlinder wijfje

onderzijde: Een mannetje Citroenvlinder kan je in de vlucht bepalen, want deze is opvallendcitroengeel. Een wijfje Citroenvlinder ( foto Ortwin Hoffmann ) die langs een bosrand vliegt, zou je ook kunnen verwarren met een Groot koolwitje. Het wijfje lijkt bijna even wit als de andere Witjes. Er is dus weeral maar één manier en dat is het vlindernet. De onderkant van de Citroenvlinder kan je echter uitsluitsel brengen. De puntige vorm (rode pijl ) van de voorvleugel is niet te verwarren met een ander witje, dus dat is al een goed kenmerk. Ook de bruine vlekjes rode cirkels ) op de onderkant geven uitsluitsel.
 

Wase Koepel voor natuur.studie of kort WAKONA is een gemeenschappelijk, overkoepelend initiatief van verschillende afdelingen en werkgroepen van Natuurpunt, waaraan ook enkele andere natuurverenigingen (vzw Durme, Ons Streven, JNM) en onafhankelijke werkgroepen meewerken.
Het werkingsgebied omvat het Waasland, Antwerpen-LinkeroeverZwijndrechtHammeZele en Berlare.