Maakt de Kleine vuurvlinder onze zomer goed?
Een exemplaar uit de 2de generatie, 22 juli 2016, Berlare. Geert Vergote - Sofie Noppe. ©
De nazomer gaat dikwijls gepaard met een grote derde generatie Kleine vuurvlinder. De zomer die we hebben gekregen, was niet veel soeps. De recenste week doet echter het beste hopen en brengt hopelijk deze vinnige en kleurrijke soort met zich mee. Binnenkort begint de Kleine vuurvlinder mogelijks aan zijn topperiode met de grootste aantallen van het jaar.
De fenologie van de Kleine vuurvlinder in het projectgebied vanaf 2009 tot heden, met de grootste piek in de 2de helft van September. Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied. ©
De Kleine vuurvlinder heeft in het projectgebied zijn grootste piek medio September. Tijdens de maand mei hebben we een eerste, gewoonlijk kleinere generatie. Daarop volgt een 2de iets grotere generatie in juli. Er zijn dus 3 generaties per jaar en soms hebben we bij een zeer lange nazomer nog een uiterst kleine 4de generatie. Er zijn soms grote jaarlijkse verschillen en dat heeft alles te maken met het weer. Eind april kan je de eerste exemplaren al waarnemen. De mannetjes komen als eerste uit en zijn naarstig op zoek naar de grotere wijfjes die doorgaans iets later verschijnen. De Kleine vuurvlinder zal je zelden in grote getale tegenkomen, maar in het projectgebied heb je toch enkele gebieden die ruimtelijk groot genoeg zijn om van echte kernen te spreken. Het Heidebos in Wachtebeke/Moerbeke is zo'n gebied waar de Kleine vuurvlinder het heel goed doet.
De favoriete waardplant van de Kleine vuurvlinder is Schapenzuring. Deze plant groeit vooral op zandgronden. Het typische vraatpatroon verraadt een klein rupsje op de onderkant van het blad. Wie zoekt die vindt en dat deed Daan Van Eenaeme © op 10 januari 2016 in het Heidebos in Moerbeke.
Het geliefkoosde biotoop zijn hei-schrale zanderige biotopen met veel Schapenzuring. Bij gebrek aan deze laatste worden ook eitjes afgelegd op Ridder- of Veldzuring. Je kan de Kleine vuurvlinder dus ook vinden in bloemrijke graslanden en bermen. De waardplanten moeten wel in een open vegetatiestructuur staan en het zijn veelal de kleine plantjes die gekozen worden. Meestal worden plantjes gekozen die op een zuidgerichte talud staan met open plekjes in de vegetatie. Wie de vraatpatronen herkent, kan de zeer kleine rupsen op de onderkant van de aangevreten blaadjes ontdekken.
Aantallen per jaar vanaf 2009 met ups en down's. Wordt 2016 evengoed als 2015? Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied. ©
Geen enkel jaar is dezelfde en als je de aantallen tabel bekijkt uit het projectgebied, dan merk je dat de Kleine vuurvlinder betere jaren afwisselt met mindere jaren. Momenteel zijn we weer met een opmars bezig. De verwerkte data voor 2016 gaat t.e.m. de eerste decade (10 dagen) van augustus (D1) en is dus nog niet volledig. Zal de komende 3de generatie betere resultaten geven dan vorig jaar?
|