Waar kijken we best naar tijdens deze periode?
 Klimop begint nu te bloeien en zal ongetwijfeld de nectarbron van het moment worden. Samen met diverse soorten Asters in de tuin zullen de soorten die moeten overwinteren hun laatste energie opslaan.© Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied.
Grote aantallen voor vele soorten!
Dagpauwoog en Atalanta zijn top tijdens deze prachtige nazomer!
Voor de Dagpauwoog lijkt er een record aan te komen voor de maand september. Tot op heden zijn er voor deze maand al 3354 exemplaren geteld.
Hieronder zie je de grafiek met een vergelijking van alle septembermaanden vanaf 2009. En de maand september is nog niet gedaan!
Grafiek met een indrukwekkende maand september in 2016! Rood zijn het aantal exemplaren en groen het aantal waarnemingen. © Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied.
Wie regelmatig het veld en tuin bezocht, kon er niet naast kijken dat er grote aantallen rondvlogen en zich te goed deden aan de laatste nectarbronnen. De Atalanta zal binnenkort terug naar het zuiden vliegen maar de recentste jaren worden ook steeds weer overwinteraars vastgesteld.
Sinds half september zijn er al meerdere exemplaren van Dagpauwoog en Gehakkelde aurelia gevonden die in overwintering zijn gegaan. In open stallingen en bunkers zijn meerdere exemplaren gevonden die op volgend jaar mikken. Het is duidelijk dat er een strategie bestaat die de overlevingskansen zo groot mogelijk houden. Degenen die nu al in overwintering zijn, zullen eerst genoeg vetreserves hebben opgedaan opdat zij de lange periode kunnen overbruggen. De exemplaren die blijven doorvliegen, halen misschien de winter niet of gaan afgevlogen de winter in. Ondertussen profiteren ze maximaal van het mooie nazomerweer en de Klimop en Asters.
Exemplaren van de Kleine vos worden ook bijna niet meer gezien en zijn dan ook vermoedelijk al in overwintering gegaan.
 Dagpauwoog in grote aantallen te bewonderen op tuinsedum.© Luc Willems, 10 september 2016, Overmere.
Hoe doen de Blauwtjes het momenteel?
We mogen niet klagen van het weer en dus hebben we kansen genoeg om nog enkele exemplaren van de Kleine vuurvlinder, Bruin blauwtje en Icarusblauwtje te vinden. Maar dan moet je wel de goede biotopen opzoeken. Open grazige structuren waar ook de waardplanten voorkomen. De wijfjes leggen nog eitjes af en de zeer kleine uitgekomen rupsen zullen de winter in het strooisel moeten doorbrengen. Volgend jaar bij de eerste warme periode mogen we ze dan weer verwelkomen.
 Mannetje Icarusblauwtje. © Remy Vanden Berghe, 5 september 2016, Serskamp.
Veel Witjes in de nazomer.
 Klein koolwitje op Melkdistel.© Marie Rose Buyst, 4 september 2016, Buggenhout.
Opvallend waren ook de vele exemplaren van de 3 Witjes. Misschien zijn de rupsen veel over het hoofd gezien in de tuintjes en hebben ze de spuit overleefd. Ook nu nog worden wijfjes waargenomen die eitjes afzetten. Ook kleine en grotere rupsen, als popjes worden nog gevonden.
Deze voor velen banale soorten zijn echter de moeite waard om te bestuderen. En vooral om te weten te komen of je wel het juiste soort aan het bekijken bent. Velen hebben het hier nog steeds moeilijk mee en enkel oefening baart kunst. Heb je al eens nagedacht hoe een Witje overwintert? Je kan het antwoord vinden op de website van de VVE WG Dagvlinders op de digitale atlas (Butterflies in the Benelux) van Frits Bink. Zie hier voor Groot koolwitje, klein koolwitje en Klein geaderd witje.
|
Wakona
